Laxativa of laxeermiddelen zijn geneesmiddelen die de stoelgang vergemakkelijken. Ze kunnen gebruikt worden om Obstipatie of darmverstopping te bestrijden of om de darm te ledigen voor een geneeskundig onderzoek, een operatie of andere ingreep in de darmen.
Er zijn verschillende soorten laxativa:
De zwelmiddelen: Ze vergroten het volume van de stoelgang, waardoor de voortbeweging ervan door de darmen gestimuleerd wordt. Het is belangrijk dat voldoende vocht wordt gedronken tijdens de behandeling.
Voorbeelden hiervan zijn Ispaghula en Sterculiagom.
Vloeibare paraffine: Paraffine verweekt de darminhoud en vergemakkelijkt het voortstuwen door de darm. De paraffine wordt best rechtopstaand of zittend ingenomen om verslikken te vermijden. Mensen met slikproblemen moeten de inname van paraffine vermijden.
Osmotische laxativa: Deze laxativa worden niet door het lichaam opgenomen en trekken water aan naar de darm. Hierdoor vergroot de hoeveelheid vocht in de darm en de omvang van de stoelgang. De voortbeweging door de darm gaat vlotter. De voornaamste nevenwerking van deze laxeermiddelen is voorbijgaande winderigheid.
Voorbeelden hiervan zijn Lactulose, Lactitol, Sorbitol, Macrogol, Fosfaatlaxativa.
Contactlaxativa: Ze verhogen de voortstuwingsbeweging van de dikke darm en de uitscheiding van water, eiwitten en ionen. Deze laxativa werken sneller dan de meeste andere laxativa die via de mond ingenomen worden. Hun gebruik moet echter beperkt blijven, want ze hebben een darmprikkelend effect.
Voorbeelden hiervan zijn Anthrachinonen (senna), Bisacodyl, Bisoxatine en Picosulfaat
Laxativa voor rectaal gebruik: Dit zijn suppo's of lavementjes die rechtstreeks in de anus worden toegediend en die de lediging van de darm op gang brengen.