Ziekte van Parkinson: voeding bij kauw- en slikproblemen

Door Parkinson kunt u problemen krijgen met kauwen en slikken. In dat geval kunt u een logopedist inschakelen voor behandeling en advies. Hieronder enkele tips.

Algemene tips

  • Let op uw houding. Zit zo recht mogelijk tijdens het eten. Zet uw bord eventueel op een verhoging.
  • Neem de tijd om te eten. Gebruik een warmhoudbord om afkoelen van het eten te voorkomen. U kan uw bord tussendoor ook terug opwarmen in de microgolfoven.
  • Eet niet teveel in één keer. Het is beter om vier of vijf kleine maaltijden te eten, gespreid over de dag.
  • U kunt het beven verminderen door uw ellebogen als steun te gebruiken. Het helpt vaak om uw ellebogen in uw zij te klemmen.
  • Zet uw bord op een antislipmat, zodat het niet weg glijdt.
  • Eet langzaam en kauw goed. Neem kleine hapjes.
  • Probeer eventueel aangepast bestek zoals bestek met een verdikt handvat, verzwaard bestek of extra verdiepte vorken en lepels.

 

Aanpassen consistentie

  • Bij ernstige slikproblemen is het verstandig om de consistentie van de voeding aan te passen. Hieronder enkele tips. Voor meer advies kan u terecht bij een diëtist of logopedist.
  • Broodmaaltijd:
  • Snijd de korsten van uw brood en besmeer of beleg met zacht beleg zoals paté, smeerkaas, vlees- of vissalades, choco, confituur,….
  • Kies voor zachte broodsoorten zoals sandwiches of vervang brood eens door omelet, roerei, pannenkoeken, verloren brood, broodpudding, ….
  • In plaats van brood kan u ook (drink)yoghurt of pudding eten of u kan zelf een pap maken. Mix grove graansoorten zoals havermout eventueel fijn met een staafmixer. 

 

Warme maaltijd

  • Pas op met soep waarin bijvoorbeeld stukjes groente of balletjes zitten. De combinatie van vloeibaar (soep) en vast (groente) leidt vaak tot verslikken.
  • Wees voorzichtig met droge voeding, zoals beschuit, hard gekookt ei en droog gehakt. Hierin kunt u zich makkelijk verslikken.
  • Kies voor zachte vlees- en vissoorten. Vette vleessoorten zijn vaak zachter (hamburger, worst). Suddergerechten zoals stoofvlees zijn zacht en smeuïg en zullen makkelijker naar binnen glijden.
  • Bak vlees of vis niet te hard aan. Let op met draderig en gepaneerd vlees. Dit is vaak hard en moeilijker om te slikken. Let op met graten bij vis.
  • Vlees en vis kunnen ook vervangen worden door eieren, vegetarische producten of melkproducten.
  • Pastagerechten met saus zijn zacht en glad en glijden makkelijk naar binnen.
  • Kook groenten goed gaar. Snijd vezelige groenten zoals erwten, champignons, asperges en bleekselder goed fijn. Zachte groenten zijn bijvoorbeeld bloemkool, broccoli, sperziebonen, koolsoorten, wortel, spinazie….
  • Vervang groenten eens door een fruitmoes, gestoofd fruit of fruit op blik.
  • Mix aardappelen niet fijn met een staafmixer. Hierdoor wordt de puree ‘lijmerig’. Prak ze liever fijn en voeg melk en eventueel wat boter toe.
  • Wanneer groenten, vlees en aardappelen samen gemixt worden, kan u een onsmakelijke brei bekomen. Door alles apart te mixen en te serveren krijgt u een kleurrijk bord.

 

Dranken en vloeibare voedingsmiddelen

  • Vermijd koolzuurhoudende en sterk alcoholische dranken.
  • Gebruik geen rietjes, deze vergroten net de kans op verslikken.
  • Dik dranken of vloeibare voeding eventueel in met bindmiddelen. De meeste bindmiddelen, zoals bloem, maïzena, aardappelzetmeel,… moeten koken voordat ze gaan werken. Voor soepen en warme voeding kunt u deze gebruiken. In de apotheek zijn ook kant- en klare indikkingsmiddelen verkrijgbaar. Deze kunnen zowel aan warme als koude voeding toegevoegd worden en zijn neutraal van smaak.